Dit blokschema toont de werking en de verbindingen van een Arduino-gebaseerd alarmsysteem. Hieronder volgt een beschrijving van de verschillende componenten:

• PIR: Stuurt een signaal naar de MCU wanneer hij een beweging detecteert.
• Ultrasone sensor: Maakt gebruik van de weerkaatsing van geluidsgolven om afstanden te meten
• Magneetsensor: Geeft een signaal door als de deur toe is, het signaal word onderbroken van zodra dat de deur opengaat.
• NFC (Near Field Communication): Kan gebruikt worden voor identificatie, bijvoorbeeld door een geautoriseerde tag te scannen.
• Nummerklavier (Keypad): Hiermee kan een code worden ingevoerd om het alarm in of uit te schakelen.

computer unit

• Arduino: De centrale besturingseenheid die de gegevens van de sensoren ontvangt, verwerkt en op basis daarvan signalen stuurt naar de actuatoren

Actuatoren

• Alarm: Een sirene of een ander waarschuwingssysteem dat geactiveerd wordt bij detectie van een inbraak.
• LCD-scherm: Weergeeft statusinformatie, zoals of het alarm is geactiveerd of uitgeschakeld.

externe componenten

• Qt-Creator: Een ontwikkelomgeving die kan worden gebruikt om een GUI (Graphical User Interface) te maken voor het beheren van het alarmsysteem en voor signalen te ontvangen en te verwerken.